MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
    • Rubrieken
    • Artikelen
    • Boekbespreking
    • CBS-berichten
    • Column
    • Discussie
    • Diversen
    • Essay
    • Onderzoeksnotitie
    • Opinie & Debat
    • Praktijk
    • Redactioneel
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Auteursrichtlijnen
  • Abonnementen
    • Abonnement aanvragen
    • Voorwaarden en wijzigingen
  • Over TVA
    • Achtergrond
    • Redactie
    • Adverteren
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 22 (2006) / nummer 2
PDF  

Vervroegd pensioen in Europa

Trudie Schils
1 juni 2016

Nederlands English

Samenvatting

In het huidige debat over de herinrichting van de Nederlandse welvaartsstaat staat de arbeidsparticipatie van oudere werknemers centraal. Hoewel de arbeidsparticipatie van 55- tot 59-jarige mannen in Nederland nog boven het Europees gemiddelde ligt (74% vergeleken met 67%), ligt die van 60- tot 64-jarige mannen onder het Europees gemiddelde (31% vergeleken met 35%; OECD, 2004). Voor België is de arbeidsparticipatie van beide groepen ouderen lager dan het Europees gemiddelde: 52,3% voor 55- tot 59-jarigen en 21,2% voor 60- tot 64-jarigen. De lage arbeidsparticipatie van ouderen in combinatie met een vergrijzende bevolking zet de welvaartsstaat onder druk. De discussie gaat onder meer over de prikkels vanuit het stelsel van sociale zekerheid die de arbeidsparticipatie van ouderen negatief beïnvloeden. In dit kader wordt vaak verwezen naar de Scandinavische landen, waar een grote mate van inkomenszekerheid gecombineerd wordt met een actief arbeidsmarktbeleid. Hierdoor is de arbeidsparticipatie in het algemeen, maar ook die van ouderen, hoog (Wevers & Van Genabeek, 2005). In dit artikel worden Scandinavische en andere Europese stelsels en patronen van vervroegde uittreding vergeleken met die in Nederland en België. De centrale vraagstelling is: welke vervroegde uittredingssystemen zijn in Europa te onderscheiden en hoe verschillen de patronen van vervroegde uittreding tussen landen met verschillende uittredingssystemen?

Summary

Early retirement in Europe

In this article a comparison is made of the different European pension systems and early retirement patterns. With this comparison a contribution is made to the current discussion about reshaping the welfare state and increasing the labour participation of older workers. The central question is: what early retirement systems can be distinguished in Europe and how do early retirement patterns differ in countries with different early retirement systems? The first part of this question is answered by using macro economic information, while the second part is analysed using longitudinal data (ECHP). The research shows that both the financial generosity and the choice possibilities with respect to early retirement differ markedly across European countries. It is especially these features of the country's pension system that contribute to higher percentages of early retirement. Compared to other European countries, the Netherlands and Belgium have a multitude of early retirement possibilities that are all quite generous. Consequently, their early retirement percentages are among the highest in Europe. The research further shows that important conclusions can be drawn from looking at the Scandinavian countries or the United Kingdom where the systems are financially less attractive and labour participation of older workers is distinctly higher.

Trefwoorden

pensioensystemen vervroegd pensioen/pension systems early retirement

Onbeperkt toegang tot het online archief?

Wilt u dit artikel en alle andere artikelen in het archief onbeperkt kunnen lezen?
Log in of neem een abonnement.

Aanmelden
Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

© 2009-2021 Uitgeverij Boom Amsterdam


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Nummer 4, jaargang 36

ABONNEER je nu NIEUWSTE nummer VORIGE nummers
© 2009-2021