Het gebruik van arbeid-zorgarrangementen door vaders
Samenvatting
De combinatie van arbeid en zorg wordt gekenmerkt door een potentieel problematisch karakter, gelegen in het feit dat zowel werkgevende organisaties als het gezin als greedy institutions worden getypeerd, die vrijwillige betrokkenheid en totale loyaliteit van hun leden verlangen (Brandt & Kvande, 2001; Van Doorne-Huiskes, Den Dulk & Peper, 2005). Deze twee instituties 'concurreren' met elkaar om de tijd en aandacht van individuen (Breedveld, 2000; Oechsle & Geissler, 2003). Tot de jaren negentig van de vorige eeuw werden de problemen omtrent de verzoening tussen arbeid en de zorg voor kinderen voornamelijk opgelost door het feit dat vrouwen zich, grotendeels of helemaal, terugtrokken uit de arbeidsmarkt (Schmid, 1998; Remery & Schippers, 2002). De emancipatie van de vrouw echter heeft geleid tot een toenemend opleidingsniveau onder vrouwen (Van Herpen, Olsthoorn & Merens, 2004, Van Herpen, Lalta & Merens, 2006) en hiermee samenhangend een aanzienlijke groei van hun arbeidsparticipatie (Cuijpers, Boelens & Cloïn, 2004; Cuijpers, Hermans & Portegijs, 2006; Remery & Schippers, 2002). Aangezien de man niet evenredig geëmancipeerd is binnen het gezinsdomein, is er sprake van een aanzienlijke 'zorgkloof' (Cloïn & Hermans, 2006): een discrepantie op het gebied van de taakverdeling tussen partners in de thuissituatie. De vrouw neemt hier nog steeds ruim twee derde van de zorg voor haar rekening (Cloïn & Hermans, 2006; Haas, 2005).
Onbeperkt toegang tot het online archief?
Wilt u dit artikel en alle andere artikelen in het archief onbeperkt kunnen lezen?
Log in of neem een abonnement.
© 2009-2021 Uitgeverij Boom Amsterdam
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.