Te laag, te traag en te omstreden
Samenvatting
Veel Nederlandse arbeidsorganisaties werken met streefcijfers voor het percentage vrouwen dat zij binnen een zekere termijn willen zien aan hun top. Het vertalen van deze streefcijfers in concrete acties is echter geen sinecure. Wij laten in dit artikel zien dat cognitieve vertekeningen en sekse stereotypen een rol spelen in het realiseren van een streefcijfer voor het aantal vrouwelijke professoren aan een universiteit. In een experiment tonen wij aan dat een meerderheid van de deelnemers onderschat welk percentage vrouwen zou moeten worden aangenomen om een bepaald streefcijfer te bereiken. Niet alleen onderschatten zij het percentage vrouwelijke kandidaten dat dient te worden aangenomen om een 50/50 vertegenwoordiging te bereiken, maar ook de tijdsduur die hiervoor nodig is. Een analyse van de argumenten die deelnemers gebruiken om hun schatting te onderbouwen, laat zien dat deze onderschatting samenhangt met cognitieve vertekeningen, zoals het verwarren van instroom en aantal, en het onderschatten van de toenemende uitstroom van vrouwen. De onderschatting hangt ook samen met seksestereotypen, bijvoorbeeld daar waar deelnemers veronderstelde sekse verschillen in individuele keuzes van mannen en vrouwen verantwoordelijk houden voor de huidige verdeling, en daar waar deelnemers bij kwaliteit eerder denken aan mannelijke academici dan aan vrouwelijke academici. Voor organisaties die streefcijfers (of quota) gebruiken om tot een meer evenredige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in (de top van) organisaties te komen is inzicht in beide mechanismen onontbeerlijk.
Onbeperkt toegang tot het online archief?
Wilt u dit artikel en alle andere artikelen in het archief onbeperkt kunnen lezen?
Log in of neem een abonnement.
© 2009-2021 Uitgeverij Boom Amsterdam
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.