MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
    • Rubrieken
    • Artikelen
    • Boekbespreking
    • CBS-berichten
    • Column
    • Discussie
    • Diversen
    • Essay
    • Onderzoeksnotitie
    • Opinie & Debat
    • Praktijk
    • Redactioneel
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Auteursrichtlijnen
  • Abonnementen
    • Abonnement aanvragen
    • Voorwaarden en wijzigingen
  • Over TVA
    • Achtergrond
    • Redactie
    • Adverteren
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 28 (2012) / nummer 2
PDF  

Waarom personeelsselecteurs Mark prefereren boven Mohammed

Eline Nievers, Iris Andriessen, Laila Faulk
1 juni 2016

Nederlands English

Samenvatting

Niet-westerse migranten nemen, vergeleken met autochtone Nederlanders, een achterstandspositie in op de arbeidsmarkt. Zij hebben een grotere kans op werkloosheid en zijn vaker afhankelijk van een tijdelijke baan (CBS, 2011). Voor een deel hangt dit samen met een verschil in human capital. Maar ook wanneer hier rekening mee wordt gehouden, blijft er een verschil bestaan (Andriessen et al., 2007, 2010; Dagevos, 2009; Bijwaard & Veenman, 2006). Onderzoek toont aan dat, ook bij een gelijk opleidingsniveau, werkervaring, leeftijd en geslacht, niet-westerse kandidaten minder kans hebben te worden uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek dan autochtoon Nederlandse kandidaten (Andriessen et al., 2010; Bovenkerk et al., 1995; Dolfing & Van Tubergen, 2005). Wat schuilt er achter deze uitkomsten? Waarom staat een zo groot deel van de werkgevers afwijzend tegenover personeel met een niet-westerse achtergrond? Verwachten zij dat niet-westerse migranten slechter zullen presteren? En zo ja, waar zijn deze verwachtingen op gebaseerd? Is dit vanwege slechte ervaringen met werknemers uit deze groepen, of op basis van meer algemene stereotypen of vooroordelen? Op basis van een grootschalige kwalitatieve studie proberen we inzicht te krijgen in factoren en mechanismen van discriminerend gedrag van werkgevers ten opzichte van kandidaten met een niet-westerse achtergrond. De centrale onderzoeksvraag luidt:

Summary

Why employers prefer Mark to Mohammed

In personnel selection procedures, Dutch employers prefer Dutch candidates to those with a non-western minority background with same educational level, age and work experience. We conducted 106 in-depth interviews to examine why employers and other personnel selectors in the Dutch labour market prefer Dutch candidates. Results show that employers associate workers of Moroccan and of Antillean descent with employment risks, such as trouble on the work floor. As the consequence, these candidates are put in the back of the labour queue. Employers have more positive associations with people from a Surinamese or Turkish background, but, nevertheless, prefer candidates from a Dutch background. Dutch candidates are more familiar and therefore the safer choice. We conclude that the preference for employees with a Dutch ethnic background is the result of risk avoiding behavior, based upon personal experience and images of ethnicity in media and society.

Keywords

non-western migrants labour market personnel selection discrimination

Keywords

non-western migrants labour market personnel selection discrimination

Onbeperkt toegang tot het online archief?

Wilt u dit artikel en alle andere artikelen in het archief onbeperkt kunnen lezen?
Log in of neem een abonnement.

Aanmelden
Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

© 2009-2021 Uitgeverij Boom Amsterdam


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Nummer 4, jaargang 36

ABONNEER je nu NIEUWSTE nummer VORIGE nummers
© 2009-2021