MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
    • Rubrieken
    • Artikelen
    • Boekbespreking
    • CBS-berichten
    • Column
    • Discussie
    • Diversen
    • Essay
    • Onderzoeksnotitie
    • Opinie & Debat
    • Praktijk
    • Redactioneel
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Auteursrichtlijnen
  • Abonnementen
    • Abonnement aanvragen
    • Voorwaarden en wijzigingen
  • Over TVA
    • Achtergrond
    • Redactie
    • Adverteren
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 30 (2014) / nummer 3
PDF  

De bijdrage van zelfstandigen aan de werkgelegenheid

Lian Kösters, Martijn Souren
1 juni 2016

Samenvatting

Met ruim een miljoen personen vormen zelfstandigen een belangrijk onderdeel van de werkgelegenheid. In de afgelopen vijftien jaar is zelfstandig ondernemerschap gestimuleerd met verschillende beleidsmaatregelen zoals meer financieel aantrekkelijke belastingaftrekposten voor zelfstandigen, verminderen van de administratieve lasten, stimuleren van werklozen om een eigen bedrijf te starten en de introductie van de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR). Deze beleidsmaatregelen hebben waarschijnlijk een belangrijke rol gespeeld in de toename van het aantal zelfstandigen (Van Es & Van Vuuren, 2010). Was halverwege de jaren negentig nog 12% van de werkzame beroepsbevolking een zelfstandige, in 2013 was dit al meer dan 15% ofwel een toename van ruim 700.000 naar 1,1 miljoen zelfstandigen. Vooral de groep zelfstandigen zonder personeel groeide sterk in omvang in de afgelopen jaren.
Uit deze geleidelijke toename van het aantal zelfstandigen zou geconcludeerd kunnen worden dat er ook continu een positieve bijdrage is geleverd aan de ontwikkeling van de werkgelegenheid. Voor een positieve bijdrage aan de werkgelegenheid kunnen drie effecten worden onderscheiden. De eerste twee kunnen worden beschreven vanuit de onderliggende dynamiek die heeft geleid tot de toename van zelfstandigen. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt tussen directe en indirecte effecten. Door te kijken naar de netto-instroom vanuit de niet-werkzame bevolking kunnen de directe effecten op de werkgelegenheid geschat worden. De eerste vraag van dit artikel luidt: hoeveel personen treden jaarlijks toe tot de arbeidsmarkt als zelfstandige en hoeveel verlaten de arbeidsmarkt? Van een indirect effect als gevolg van de wisselingen van arbeidspositie is sprake als de groei van het aantal zelfstandigen personen betreft die eerder werknemer waren en de daardoor vrijkomende werknemersbanen worden opgevuld. Het tweede deel van dit artikel beantwoordt daarom de vraag hoeveel personen jaarlijks toetreden als werknemer en welk deel daarvan gecreëerd zou kunnen zijn doordat andere werknemers als zelfstandige zijn gaan werken.
Tot slot is er nog een derde mogelijkheid, waarbij zelfstandigen voor extra werkgelegenheid zorgen door meer mensen in dienst te gaan nemen of doordat de bedrijvigheid overslaat op andere ondernemingen die ook banen creëren. Deze vorm van toegevoegde waarde van zelfstandigen aan de werkgelegenheid kan niet op basis van wisselingen van arbeidspositie in stroomcijfers gekwantificeerd worden en vormt daarom geen onderdeel van dit artikel. Uit een vergelijking van verschillende onderzoeken blijkt wel dat jonge, relatief kleine, zelfstandige ondernemingen sneller groeien dan bestaande grote ondernemingen. Daarnaast creëren ze veelal een dusdanig positieve omgeving (externalities) die ook voor aanvullende werkgelegenheid bij andere bedrijven zorgt (Van Praag & Versloot, 2007).

Onbeperkt toegang tot het online archief?

Wilt u dit artikel en alle andere artikelen in het archief onbeperkt kunnen lezen?
Log in of neem een abonnement.

Aanmelden
Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

© 2009-2021 Uitgeverij Boom Amsterdam


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Nummer 4, jaargang 36

ABONNEER je nu NIEUWSTE nummer VORIGE nummers
© 2009-2021