MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
    • Rubrieken
    • Artikelen
    • Boekbespreking
    • CBS-berichten
    • Column
    • Discussie
    • Diversen
    • Essay
    • Onderzoeksnotitie
    • Opinie & Debat
    • Praktijk
    • Redactioneel
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Auteursrichtlijnen
  • Abonnementen
    • Abonnement aanvragen
    • Voorwaarden en wijzigingen
  • Over TVA
    • Achtergrond
    • Redactie
    • Adverteren
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 31 (2015) / nummer 2
PDF  

Robotisering: het kan, maar moet het ook?

Roel Schouteten
1 juni 2016

Nederlands English

Samenvatting

Het thema robotisering staat de laatste tijd weer erg in de belangstelling. Naar aanleiding van een rapport van de economen Frey en Osborne (2013) hebben twee journalisten van de Volkskrant een analyse gemaakt van de mate waarin beroepen in Nederland gevoelig zijn voor robotisering. Zij komen tot de conclusie dat er heel wat banen op de tocht staan. Ook minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) schetste tijdens een toespraak op een SZW-congres (29 september 2014) een scenario van grote technologische werkloosheid.
In een reeks van artikelen in de Volkskrant werden voorbeelden gepresenteerd van wat robotisering allemaal mogelijk maakt: zelfrijdende auto’s, doe-het-zelfbankieren, operatierobots, zelfscannen in de supermarkt. Al deze ontwikkelingen gaan ten koste van banen (chauffeurs, bankmedewerkers, medisch personeel, caissières). Van de andere kant wordt er betoogd dat er ook nieuwe banen worden gecreëerd, zelfs banen waar we nu nog geen idee van hebben. Wat dat betreft, is er eigenlijk weinig nieuws onder de zon, want deze discussies werden in de vorige eeuw ook al gevoerd; alleen heette de rol van technologie toen mechanisering en later automatisering en ICT. De in deze discussies geschetste doemscenario’s over massawerkloosheid als gevolg van nieuwe technologie zijn nooit uitgekomen.
Maar ondanks dat de discussies in principe vergelijkbaar zijn, is het opvallend dat er in de huidige populaire discussies nog steeds vooral een technologisch deterministisch perspectief wordt gehanteerd: het is technisch mogelijk, dus zal het gebeuren. Er is weinig oog is voor wat we ‘organizational choice’ kunnen noemen; keuzeruimte om beslissingen te nemen over de inrichting van het werk. Technologie maakt het mogelijk om het werk op andere, snellere, efficiëntere, goedkopere, minder complexe – of juist complexere – manieren te organiseren. Maar of dat ook daadwerkelijk moet, is een hele andere vraag. Op allerlei niveaus zijn er mogelijkheden om keuzes te maken over of en op welke wijze technologie ingezet kan worden om de productiviteit, en daarmee de welvaart, te verhogen. In de kolommen van TvA is daar in het verleden al aandacht voor geweest, bijvoorbeeld in een themakatern in 2002, een themanummer in 2005, en heel recent nog een column van Joop Schippers in het laatste nummer van 2014. Een belangrijke conclusie daaruit is dat technologie an sich niet bepalend is voor de functiestructuur – en daarmee de beroepenstructuur, werkgelegenheid en kwaliteit van de arbeid – maar de combinatie en afstemming met organisatieontwerpprincipes (‘organizational choice’). Over deze keuzemogelijkheden zien we in de populaire discussies weinig terug. In dit opinie- en debatkatern willen we hier verandering in brengen om zo een verdiepende impuls aan de bestaande discussies te geven.
De vraag die we voor dit TvA-debat aan een aantal auteurs hebben voorgelegd, is de volgende: welke keuzes kunnen, mogen of moeten worden gemaakt om, met het oog op werkgelegenheid en kwaliteit van de arbeid, het proces van robotisering in goede banen te leiden? Kun of moet je dit (willen) sturen/reguleren of moet je het aan de markt overlaten? Wat zijn de lessen uit het verleden en gelden die nog steeds?

Summary

Computerization and employment

In this debate section of the journal, the editorial board asked informed researchers to reflect on the current debates on the way in which computerization substitutes human labour. Similar to the study by Frey and Osborne (2013), some Dutch journalists predicted that many jobs in the near future are susceptible to being replaced by technology, due to continuing computerization. The researchers in this section argue, from different perspectives, that the relation between computerization and employment is far more complex, as past studies on technology already indicate. In order to get better insight into this relationship it is not sufficient to only study whether some tasks or jobs can be computerized. Next to this technical perspective, it is also important to include economic, social and ethical perspectives and study how new technology is being used, what choices can be made and how desirable it is to develop policies to deal with the possible effects. Asking different questions from different perspectives is a promising way to strengthen the debate and move away from the unilateral and dark scenarios as presented by Frey and Osborne, because there are many opportunities for decision makers to influence the effects of new technology on employment.

Keywords

technology future of work labour Policy debate

Keywords

technology future of work labour Policy debate

Onbeperkt toegang tot het online archief?

Wilt u dit artikel en alle andere artikelen in het archief onbeperkt kunnen lezen?
Log in of neem een abonnement.

Aanmelden
Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

© 2009-2021 Uitgeverij Boom Amsterdam


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Nummer 4, jaargang 36

ABONNEER je nu NIEUWSTE nummer VORIGE nummers
© 2009-2021