Langs lijnen van geleidelijkheid
Samenvatting
In deze bijdrage schetsen we aan de hand van empirisch onderzoek de ontwikkelingsgang van de OR in de afgelopen decennia. We laten zien dat de OR in het stelsel van arbeidsverhoudingen geleidelijk een steeds steviger positie is gaan innemen. De OR is niet alleen meestal ingesteld waar dat wettelijk verplicht is, maar is bovendien vaak uitgegroeid tot een geaccepteerd instituut van medezeggenschap. Werknemers vinden medezeggenschap via de OR een belangrijk kanaal om hun belangen te behartigen. OR’en én bestuurders zijn in het algemeen van mening dat de medezeggenschap goed functioneert en dat de invloed van de medezeggenschap op het bedrijfsbeleid, met name op sociaal terrein en op het gebied van de arbeidsomstandigheden, in de loop der jaren is toegenomen. Belangrijke voorwaarden voor die positieve ontwikkeling zijn de deskundigheid en ervaring van OR-leden, de verbeterde relaties met bestuurders, waardoor tijdige betrokkenheid bij de besluitvorming mogelijk is, en de hechtere verankering van de OR in de organisatie. Wat dit laatste betreft, kan echter nog winst worden geboekt, bijvoorbeeld door meer werknemers op onderdelen bij het OR-werk te betrekken. Op deze manier kan tevens het probleem getackeld worden dat er bij werknemers weinig animo is voor een volledig OR-lidmaatschap. Een ander punt van aandacht is dat de OR door zijn vroegtijdiger geïnformeerdheid en daardoor betrokkenheid bij besluitvormingsprocessen het risico loopt zijn rol als controlerende instantie minder goed waar te kunnen maken. Juist die dubbele rol van sparringpartner én countervailing power is een lastige opgave, die forse eisen stelt aan de competenties van de OR-leden én aan hun inbedding in de organisatie.
Onbeperkt toegang tot het online archief?
Wilt u dit artikel en alle andere artikelen in het archief onbeperkt kunnen lezen?
Log in of neem een abonnement.
© 2009-2021 Uitgeverij Boom Amsterdam
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.