MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
    • Rubrieken
    • Artikelen
    • Boekbespreking
    • CBS-berichten
    • Column
    • Discussie
    • Diversen
    • Essay
    • Onderzoeksnotitie
    • Opinie & Debat
    • Praktijk
    • Redactioneel
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Auteursrichtlijnen
  • Abonnementen
    • Abonnement aanvragen
    • Voorwaarden en wijzigingen
  • Over TVA
    • Achtergrond
    • Redactie
    • Adverteren
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 36 (2020) / Online first
PDF  

Bullshit jobs: bestaan ze echt?

Peggy De Prins, David Stuer
12 mei 2020

Nederlands English

Samenvatting

Het bestaan van bullshit jobs fascineert en choqueert tegelijkertijd. Vooral naar aanleiding van het boek Bullshit jobs van David Graeber (2018) is het debat rondom het fenomeen vandaag de dag levendig. Op basis van bestaand empirisch materiaal willen we in dit artikel een bijdrage aan dit debat leveren. We hanteren drie indicatoren van bullshit jobs: (1) zinloosheid, (2) vervreemding en (3) toekomstpessimisme. We kaarten het definiërings- en meetprobleem aan en werken een aantal hypothesen uit wat betreft risicogroepen en antecedenten. Hieruit blijkt dat vooral arbeiders en deeltijds werkenden over de gehele lijn een verhoogd risicoprofiel vertonen. Percepties van zinloos werk gaan verder vooral gepaard met het gevoel niet in de eigen sterktes of talenten te worden ingezet. Bullshit jobs blijken in onze contreien dus vooral geassocieerd te worden met talentdodende banen. Ook contexten waarin weinig inspraak mogelijk is, of waar er niet of nauwelijks wordt ingezet op verbinding of waardering, verhogen de kans op zinloos werk.

Summary

Bullshit jobs: do they really exist?

The existence of bullshit jobs is fascinating and shocking at the same time. The debate surrounding the phenomenon is particularly lively today on the occasion of David Graeber's book Bullshit jobs (2018). Based on existing empirical material, we would like to make a contribution to this debate in this article. We use three indicators of bullshit jobs: (1) meaninglessness, (2) alienation, and (3) future pessimism. We address the definition and measurement problem of the concept and develop a number of hypotheses regarding risk groups and antecedents. We test the hypotheses based on a large-scale Belgian database on (un)meaningful work. The data show that blue collars and part-time workers in particular have an increased risk profile. Furthermore, perceptions of bullshit work are mainly accompanied by the feeling of not being addressed in one's own strengths or talents. In our regions, bullshit jobs appear to be primarily associated with talent-killing jobs. Contexts where little participation is possible, or where little or no effort is made to connect or to appreciate each other in a positive way, also increase the risk on bullshit perceptions.

Trefwoorden

bullshit jobs vervreemding zinvol werk

Keywords

bullshit jobs alienation meaningful work

Onbeperkt toegang tot het online archief?

Wilt u dit artikel en alle andere artikelen in het archief onbeperkt kunnen lezen?
Log in of neem een abonnement.

Aanmelden
Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

© 2009-2021 Uitgeverij Boom Amsterdam


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Nummer 4, jaargang 36

ABONNEER je nu NIEUWSTE nummer VORIGE nummers
© 2009-2021