MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
    • Rubrieken
    • Artikelen
    • Boekbespreking
    • CBS-berichten
    • Column
    • Discussie
    • Diversen
    • Essay
    • Onderzoeksnotitie
    • Opinie & Debat
    • Praktijk
    • Redactioneel
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Auteursrichtlijnen
  • Abonnementen
    • Abonnement aanvragen
    • Voorwaarden en wijzigingen
  • Over TVA
    • Achtergrond
    • Redactie
    • Adverteren
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 36 (2020) / nummer 4
PDF  

De achterstand van jongeren in Rotterdam-Zuid: oorzaken en mogelijke oplossingen

Jaap de Koning, Arie Gelderblom, Paul de Hek
8 december 2020

Nederlands English

Samenvatting

De hoofdvraag in dit artikel is in hoeverre verschillen in niveau en richting van de opleiding verklaren waarom jongeren uit Rotterdam-Zuid met een mbo-opleiding een slechtere arbeidsmarktpositie hebben dan jongeren met eenzelfde opleiding uit andere regio's. Uitgaande van longitudinale microdata over jongeren die na een mbo-opleiding van school komen, schatten we regressievergelijkingen voor de baanfractie en de uitkeringsfractie van jongeren over de periode vanaf het verlaten van de school. Vooral vergeleken met Nederland buiten de grote steden zijn de verschillen groot. De baanfractie ligt in Rotterdam-Zuid ongeveer 14 procentpunten lager en de uitkeringsfractie 4 procentpunten hoger. Ongeveer 30% van het verklaarde verschil in baanfractie hangt samen met de aard van de opleiding, bij de uitkeringsfractie is dit zelfs 50%. Hoewel opleiding dus belangrijk is, blijkt uit de resultaten ook dat factoren die samenhangen met migratieachtergrond, maar niet met opleiding, voor de baanfractie nog belangrijker zijn. Welke factoren dit zijn is uit onze analyses niet af te leiden. Maar op grond van de wetenschappelijke literatuur valt aan te nemen dat discriminatie door werkgevers en een tekort aan sociaal kapitaal bij ouders hierin een belangrijk aandeel hebben. In het artikel worden verder enkele suggesties gedaan om het beleid te verbeteren.

Summary

The disadvantaged position of young people in South Rotterdam: causes and possible solutions

In South Rotterdam, young people with a secondary vocational education do less well in the labour market than elsewhere in the Netherlands. The central question of this paper is to what extent this is due to differences in level and field of education. Using longitudinal microdata we compute individual employment and benefit fractions, and explain them from several factors including education variables. In South Rotterdam, the employment fraction of young people with a secondary vocational education is on average 14 percent points lower and the benefit fraction 4 percent points higher compared to the Netherlands outside the major cities. Almost 30% of the explained difference in the employment fraction has to do with the fact that young people in South Rotterdam tend to make less favourable education choices. For the benefit fraction this is 50%. However, factors that are related to migration background but not to education are also highly important. We could not include specific factors related to migration background, but the scientific literature suggests that discrimination by employers and parents lacking social capital are important. Finally, we provide several policy recommendations.

Trefwoorden

mbo onderwijsuitkomsten ongelijkheid arbeidsmarkt

Keywords

secondary vocational education education results inequality labour market

Onbeperkt toegang tot het online archief?

Wilt u dit artikel en alle andere artikelen in het archief onbeperkt kunnen lezen?
Log in of neem een abonnement.

Aanmelden
Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

© 2009-2021 Uitgeverij Boom Amsterdam


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Nummer 4, jaargang 36

ABONNEER je nu NIEUWSTE nummer VORIGE nummers
© 2009-2021